Zoeken en Vinden

23-05-2017 00:00

Hij die zolang naar waarheid had gezocht,vroeg zich af waarom hij Anananda gevonden had. En in woorden klonk wat in het hart geboren was: ‘Anananda, vertel mij over zoeken en vinden.’

En Anananda, de vraag van Djaiana begrijpend tot in zijn wezen, antwoordde:

 ‘Jij hebt mij niet gevonden. Hoewel jij zocht viel er niets te vinden. Nimmer ben je iets kwijtgeraakt. Je was alleen maar niet aandachtig genoeg. Daardoor leek het alsof ik er niet was, dat je zoiets als waarheid moest gaan zoeken, het leven moest leren begrijpen. Steeds echter was ik bij je,in je. Tot op de dag van vandaag, tot op dit moment. Altijd zal ik bij jou zijn. Jij ging aan mij voorbij omdat je je aandacht voor mij verloor en vervuld raakte van jezelf. Een eigen wereld heb je je geschapen, een onwerkelijke wereld. Een wereld vol illusie, een gedroomde wereld.

Moet men de oceaan zoeken als men druppel en oceaan is? Moet men de boom zoeken als men zelf blad, tak, stam, wortel en kruin is? Moet men leven en waarheid zoeken als men dit zelf is?

Steeds zocht je buiten je wie of wat je was. Maar de wereld is slechts een weerspiegeling van je eigen doen en laten. Voordat je het beseft verbind je je met hetgeen je buiten jezelf ziet. Je denkt dat dat de werkelijkheid is. Het is een deel van de werkelijkheid. Is het spiegelbeeld in het water je werkelijke gelaat?

Door je te verbinden met de wereld der verschijnselen ontstaat al spoedig het eindeloze spel der begeerten. Door dit eindeloze spel der begeerten worden smart, ziekte, lijden en dood verwekt. Met ogen vol begeerte, smart, ziekte, lijden en dood zie je de wereld. Een schijnwereld. Ontstaan door vertroebeling. Tussen dit alles meen je vreugde te bezitten. Maar vreugde bezit je niet. Vreugde ben je. Wat je tussen de spaken van dit steeds maar draaiende rad ervaart is slechts een kortstondig genot dat spoedig in zijn tegendeel verkeert. Door dit alles zie je de wereld niet meer zoals ze in werkelijkheid is. Je ziet jouw schijnwereld.

Je weet eenvoudig niet meer wat leven is. Je bent ervan vervreemd. Hoewel je erin opgenomen bent, sta je er los van. Overal zijn jouw tranen,jouw genot,jouw ziekte, jouw lijden,jouw dood. De wateren zijn doordrenkt met jouw tranen. Maar jij bent dit alles niet. De grootste illusie is dat je denkt dat je dit alles bent.. jij bent noch begeerte, noch smart,noch ziekt, noch lijden,noch dood. Hoe zou je wezen, dat het onbegrensde leven is hier iets mee te maken kunnen hebben?Uiterlijk heb je je met dit alles verbonden, maar innerlijk ben je steeds dezelfde.

Het leven is als een smetteloze oneindige hemel. Jij bent die hemel. Wanneer je die eindeloze hemel zoeken gaat en niet meer beseft dat je hem zelf bent dan zul je steeds opnieuw beelden, meningen, gedachten en gevoelens op de hemel werpen. Gevoed door je begeerte zul je steeds meer wolken scheppen die je zicht op de onmetelijke werkelijkheid ontnemen. Je zult vast gaan menen dat hetgeen je in je begrenzing waarneemt de werkelijkheid is. Maar het is niet de werkelijkheid, het is jouw schijnwerkelijkheid. Jouw gedroomde werkelijkheid, jouw illusie.

Wat je in een wereld van verschijnselen meent te kunnen vinden is in jou aanwezig. Onveranderlijk, onvertroebeld. Volkomen zonder grens van binnen en buiten als je volledig bewust bent. Als je niet meer bewust bent van iets of iemand,maar het bewustzijn van alles en  allen bent- en dat ben je- dan verdwijnt buiten en binnen, hoog en laag,voor en achter. Ze verdwijnen tegelijkertijd, omdat ze nimmer achtereenvolgend hebben bestaan.

De werkelijkheid kan je nooit zoeken. De werkelijkheid bén je. Zoekt de linkerhand de rechterhand?De tong, de spraak? De voeten, het lopen?Het tasten de vingers?Het linkeroog het rechteroog?

Alle antwoorden en vragen leiden nergens toe als het besef niet in je ontwaakt dat jij het levend antwoord bent op alle vragen.

Jij bent het antwoord  dat leven is. Dat is een geheim. Geen probleem moet je daarvan maken. Je moet het leven leven, niet in schijn maar in alle werkelijkheid. Het leven zuiver gezien is tevens het antwoord op het leven, dat we zelf zijn. Zie het leven zuiver en zoeken en vinden bestaan niet meer.

 Laat de modder van het water tot rust komen en de grond van je bestaan wordt geschouwd. Laat de grond van het water voor wat deze is en je wordt het  grondeloze Zijn zelf.

Maar zolang er angst , eenzaamheid, ziekte, lijden, dood,kun je niet zuiver zien. Het is modder,slijk. Je vereenzelvigt je met het slijk en gaat daardoor voorbij aan mij die dit alles niet is.

Als het water helder is geworden, kun je je gelaat zien. Vereenzelvig je er niet mee. Het spiegelbeeld weerkaatst slechts. Jij legt uit, geeft een mening over jezelf. Als je je spiegelbeeld roerloos in zuiver water ziet,keer je dan terug naar binnen. Het spiegelbeeld verwijst naar hetgeen zich weerspiegelt. Keer je naar binnen en je zult weten wie je bent en wat je bent.

De wereld is een weerspiegeling. Een werkelijke weerspiegeling als jij haar zuiver kunt waarnemen. Een weerspiegeling die je naar jezelf verwijst, naar je wezen. Zodra je jouw begeerten en meningen uitstrekt over de wereld zal de weerspiegeling vertroebeld worden. Je zult niet meer naar binnen kijken en je vereenzelvigen met de onwerkelijkheid. Het is jouw werkelijkheid geworden en die werkelijkheid is een grote rimpeling op het water dat zuiver is.

Doorschouw de werkelijkheid die uit jou voortkomt. Als je haar in een keer doorschouwt, is de werkelijkheid er. Niet dat jouw schijnwerkelijkheid niet tot de werkelijkheid behoort. Ook de schijn heeft zijn bestaansrecht, zoals de luchtspiegeling van een bron in de dorre woestijn. Maar zoals je je dorst niet werkelijk kunt lessen uit de bron der luchtspiegelingen, zo zal de schijnwerkelijkheid je nimmer tot ware vrede leiden. Pas als jouw schijnwereld is verdwenen, is er helderheid. Dan is het leven er zoals het is. En jij,jij bent dit alles. Zonder vraag. Zonder beperking van een denkbeeldig ik. Steeds opnieuw heb je getracht je dorst te lessen met de wateren der rivieren buiten je. Je levensdorst wordt er slechts groter van. Zoals miljoenen onjuiste handelingen je nog niet van één enkel spookbeeld kunnen bevrijden, zo kunnen alle rivieren van de wereld je dorst om te weten wie of wat je bent nimmer lessen. Tenzij je drinkt uit de bron die jezelf bent. Drinken uit deze bron beëindigt alle levensdorst naar onwerkelijkheid. Want waar dorst is, is onwerkelijkheid. Waar onwerkelijkheid is, is ziekte. Waar ziekte is, is lijden. Waar lijden is, is dood.

Nee, niet jij hebt mij gevonden,noch ontdekt, want tussen zoeken en vinden woont geen afstand. Tussen jou en mij is er geen afstand, maar slechts de onmiddellijkheid van hier-nu.

 

Uit ‘Het woud der inwijding’

©Marcel Messing

Terug