Waarheid
04-09-2013 00:00DE WAARHEID KAN NIET WORDEN GEZOCHT: ZIJ KOMT TOT U
Ge kunt de waarheid niet ontdekken door een ander. Hoe zoudt ge dat kunnen? Waarheid is niet statisch; zij heeft geen vaste woonplaats; zij is niet een oogmerk, een doel. Integendeel, zij is levend, dynamisch, waakzaam en levendig. Hoe kan zij een doeleinde zijn? Indien waarheid een vastgesteld punt is, is ze geen waarheid meer; dan is ze louter een mening.
Waarheid is het ongekende en een geest, die de waarheid zoekt, zal haar nimmer vinden, want de geest is samengesteld uit het bekende, hij is het resultaat van het verleden, de uitkomst van de tijd - hetgeen ge voor uzelf kunt opmerken. De geest is het instrument van het bekende, vandaar, dat hij het onbekende niet kan ontdekken; hij kan zich slechts bewegen van het bekende naar het bekende.
Wanneer de geest waarheid zoekt, dié waarheid, waarover hij in boeken heeft gelezen, is die 'waarheid' een projectie van hemzelf; want dan is de geest louter op jacht naar het bekende, een meer bevredigend bekende dan het vorige. Wanneer de geest waarheid zoekt, zoekt hij zijn eigen zelfprojectie, niet de waarheid. Tenslotte is een ideaal een zelfprojectie; het is fictief, onwerkelijk. Werkelijk is, wat is, niet het tegengestelde. De geest echter, die de werkelijkheid zoekt, God zoekt, zoekt naar het bekende.
Wanneer gij over God denkt, is uw God de projectie van uw eigen gedachte, de uitkomst van sociale invloeden. Ge kunt slechts over het bekende denken; ge kunt niet over het ongekende denken, ge kunt u niet op de waarheid concentreren. Op het ogenblik, dat gij over het ongekende denkt, is dit louter het zelfgeprojecteerde bekende.
Over god en waarheid kan niet worden gedacht. Indien ge daar over denkt, is het geen waarheid. De waarheid kan niet worden gezocht: zij komt tot u. Ge kunt slechts zoeken naar iets, wat bekend is.
Wanneer de geest niet gekweld wordt door het bekende, door de uitwerkingen van het bekende, eerst dan kan waarheid zichzelf openbaren. Waarheid is in elk blad, in elke traan; zij moet worden gekend van ogenblik tot ogenblik.
Niemand kan u tot de waarheid leiden; en, indien iemand u leidt, dan kan dit slechts zijn naar het bekende. De waarheid kan slechts komen tot de geest die ledig is van het bekende.Zij komt in een toestand, waarin het bekende afwezig is, niet functioneert.
De geest is de opslagplaats van het bekende; om in die toestand te zijn, waarin het ongekende tot 'zijn' komt, moet de geest gewaar zijn van zichzelf, van zijn voorafgaande ervaringen, van de bewuste, zowel als van de onbewuste, van zijn beantwoordingen, reacties en structuur. Wanneer er volledige zelfkennis is, eindigt het bekende, dan is de geest totaal leeg van het bekende. Dan alleen kan de waarheid ongevraagd tot u komen. De waarheid behoort niet aan u of aan mij. Ge kunt haar niet aanbidden. Op het ogenblik, dat ze gekend wordt, is ze onwerkelijk.
Het symbool is niet werkelijk, het beeld is niet werkelijk; maar wanneer er begrip is van het zelf, het ophouden van het zelf, dan komt de eeuwigheid tot 'zijn'
KRISHNAMURTI
———
Terug