Het zien van uw steden doet pijn…
10-12-2012 00:00Ooit sprak een indiaans opperhoofd deze wijze en profetische woorden tot de Amerikaanse president in 1855:
“Wat er gebeurt met de Aarde, gebeurt met de kinderen van de Aarde. Als de man op de grond spuwt, spuwt hij op zichzelf. Dit weten wij: de Aarde behoort niet aan de mens. De mens behoort aan de Aarde. Dit weten wij: Alles hangt samen als het bloed dat een familie verbindt. Alles hangt met alles samen. Wat er met de Aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de Aarde
De mens heeft het web van het leven niet geweven. Het is slechts een draad ervan. Wat hij met het web doet doet hij met zichzelf. Nee, dag en nacht kunnen niet samengaan. Onze doden leven voort in de stille wateren van de Aarde. Zij keren terug als de naderende voetstappen van de komende lente. Het is hun geest die als een rimpeling van de wind over het water van de meren loopt.
Wij zullen overwegen waarom de blanke man het land wil kopen. "Wat wil de blanke dan kopen", zal mijn volk vragen. Het is moeilijk te begrijpen voor ons.
Hoe kun je de lucht kopen en verkopen, de warmte van de Aarde, de snelheid van de antiloop? Hoe kunnen we dingen u verkopen en hoe kunt dat kopen?
Is de Aarde van u om ermee te doen naar goeddunken, alleen omdat de rode man een stuk papier tekent en geeft aan de blanke man? Maar uw aanbod ons land te kopen, zullen we overwegen.
Dag en nacht kunnen niet samen leven. Wij zullen uw aanbod overwegen om ons terug te trekken in het reservaat dat u voor mijn volk hebt bestemd. Wij zullen dan in afzondering leven, en in vrede. Het maakt niet veel uit waar wij de rest van onze dagen doorbrengen. Onze kinderen hebben hun vaders gezien, verslagen in de nederlaag. Onze krijgers hebben de schande gekend en na de nederlaag zijn hun dagen leeg geworden. Zij vergiftigen hun lichaam met zoet voedsel en sterke drank.
Het maakt niet veel uit waar wij de rest van onze dagen doorbrengen. Het zullen er niet veel zijn. Nog een paar uur, nog een paar winters en geen enkel kind van de grote stammen die eens op Aarde hebben geleefd of die nu in kleine troepen door de bossen zwerven, zal meer over zijn om te treuren aan de graven van een volk, eens even machtig als uw volk.
Maar waarom zou ik treuren over de ondergang van mijn volk? Stammen bestaan uit mensen. Niet meer dan dat. Mensen komen en mensen gaan, als de golven van de zee.
En zelfs de blanke man, wiens God hem als vriend behandelt, kan niet ontkomen aan ons aller lot.Maar misschien zullen we uiteindelijk allemaal broeders zijn. We zullen zien.
Een ding weten we en de blanke man zal het eens ontdekken: onze God en uw God is dezelfde. U kunt nu wel denken dat u Hem bezit, zoals u ons land wilt bezitten, maar dat kunt u niet. Hij is de God van alle mensen en zijn hart klopt evenzeer voor de rode man als voor de blanke man. Deze Aarde is Hem lief en beschadigen van de Aarde betekent zijn schepper beledigen.
Ook de blanke man zal ten onder gaan, misschien nog eerder dan al de andere stammen. Bevuil uw legerstede en u zult bezwijken aan uw eigen vuil.
Maar in uw ondergang zult u vurig branden, aangestoken door de macht van de God, die u naar dit land heeft gebracht en u de heerschappij heeft gegeven over dit land en over de rode man. Dat noodlottig einde is voor ons een mysterie, want wij begrijpen niet waarom de buffels zijn afgeslacht, de wilde paarden zijn getemd, waarom de verste hoeken van het woud stinken naar de lucht van vele mannen en het rijpe koren op de heuvels overdekt is met praatdraden.
Waar is het struikgewas? Verdwenen!
Waar is de adelaar? Verdwenen!
Wat betekent het, afscheid te nemen van de snelle pony en de jacht?
Het einde van het leven en het begin van de ondergang.
God gaf u de heerschappij over de dieren, de bossen en met een bijzondere bedoeling ook over de rode man. Maar dat lot is een mysterie voor de rode man. Wij zouden het misschien kunnen begrijpen als we wisten waar de blanke man van droomt. Van welke hoop en verwachting hij zijn kinderen vertelt in de lange winteravonden.
Welke visioenen hij graveert in hun harten, zodat zij verlangend uitzien naar de dag van morgen. Maar wij zijn wilden. De dromen van de blanke man zijn voor ons verborgen. En omdat ze verborgen zijn, zullen wij onze eigen weg gaan. Want boven alles eerbiedigen wij het recht van elke man te leven zoals hij wil, hoe ook verschillend van het leven van zijn broeder. Wij hebben weinig gemeen.
Wij overwegen uw aanbod ons land te kopen. Als wij instemmen zal dat zijn om het reservaat veilig te stellen, dat u ons hebt beloofd. Daar zullen wij misschien onze weinige dagen nog doorbrengen, zoals wij dat willen. Als de laatste rode man zal zijn verdwenen van de Aarde en als de herinnering aan hem nog slechts de schaduw is van een volk boven de prairie, dan zullen nog deze stranden en deze bossen bewoond worden door de geesten van mijn volk.
Want wij hebben dit land lief, zoals de nieuwgeborene zijn moeders hartklop lief heeft.
Eén ding weten wij: Onze God is dezelfde als de uwe. Deze Aarde is Hem dierbaar. En ook de blanke man kan niet ontkomen aan ons aller lot..
Misschien zullen wij tenslotte toch broeders zijn. Eens zullen we zien."
Toespraak van Seattle (opperhoofd van de Duwanish indianen)
Meer en meer wordt de mens beknot in de ontplooiing van zijn diepste mens-zijn, de afleidingsmanoeuvres die tot grote onderdrukking voeren zijn enorm. Hij wordt gedwongen tot ‘overleven’ door de bestrijding van de mogelijkheid die hij in zich heeft het Leven tot Expressie te brengen. Alles werd hem geschonken om te kunnen ‘rijpen’, om zich te ontwikkelen in dit ervaringsgebied van tegenstellingen, zodat hij tenslotte zich hieruit zou kunnen bevrijden .
De Aarde is een prachtig decor waarin de mens werd geplaatst , hij kreeg haar in bruikleen en biedt alle mogelijkheden om Gods Plan te verwezenlijken. Doch de aard van het ‘beest’ dat hier huist zorgde ervoor dat de kristallisatie meer en meer vorm kreeg waardoor de zielemens beheerst wordt en zijn duisternis compleet is.
Elk jaar met de periode van Kerstmis vieren we de komst van het Licht en dit sinds lange tijden. Doorheen de tijd werd dit anders ingevuld, anders gezien, anders beleefd. 2000 jaar geleden was er een Ziel die zich totaal offerde voor het Geheel en met zijn leven de Ware Mens demonstreerde aan de mensheid, die in verbondenheid met de Allerhoogste in en door Hem Leeft.
De Komst van Christus in het menselijke levensveld luidde het nieuwe tijdperk in, toonde de mogelijkheden die in de mens besloten liggen door de Weg te demonstreren, door Waarheid volledig tot Expressie te brengen en op die manier het Leven te ‘zijn’.
Hij Is de Roep van de Andere Wereld, de Wereld waarin de zielemens thuishoort en waarvan de sleutel zich in elk hart bevindt.
Elk jaar dus worden we hieraan herinnerd, elke dag zou een ‘kerstdag’ kunnen zijn, een omkering der zinnen, een Inkeer die leidt tot de Geboorte van het Christuskind in elk van ons. Doch de zuigende krachten belemmeren vaak het gehoor, doven de Stem,verblinden de ogen.
Hij vergenoegt zich aan de vele uiterlijkheden en misleidt zichzelf door zich te tooien met het valse licht. Hoe zal de mens zich uit dit levensveld nog kunnen bevrijden als hij niet die 'verlossende' kracht toelaat in zijn binnenste, in zijn hart en zich richt tot het Andere firmament dan datgene wat hij kent.
Het Ego viert hoogtij, de ik-gerichte mens denkt de Troon van God te kunnen bestijgen, hij heeft er zich op geplaatst en hij ‘grijpt’ wat hij in wezen niet kan vatten. Hij wil nog zoveel doen, hij wil nog zoveel bereiken, hij wil nog zoveel veranderen, hij wil, hij wil, hij wil…
Wie sluw en slim is kan veel grijpen en zichzelf hoger tillen in alle lagen ; zowel materieel/fysiek als spiritueel/geestelijk zie je dit gebeuren.
Hij zoekt en wil vinden, hij ervaart,vergaart,geniet en lijdt en raakt uiteindelijk ontmoedigd want het gezochte vindt hij niet.
Zo weinig zijn de handen opengevouwen, de armen gespreid, tot overgave bereid...
Gebeurt dit toch ,dan verliest men alles...maar is dat niet de prijs? Is dat net niet het moeilijkste deel, het pijnlijkste, omdat alle grond verdwijnt ?
Meer en meer raakt de zoekende Siddharta ontredderd in het gelijknamige verhaal omdat hij niet vond wat hij zocht en beseft dat er nergens nog iets te zoeken valt .Precies zo ver wordt men gestuwd tot niets meer overeind blijft.
In het sterven aan zichzelf wordt gevonden en ontluikt het Leven.
Inzicht zijn de treden die voeren tot het Volle Leven. Doch inzicht is een genadegave, je kan het niet nastreven, noch grijpen, je kan het niet inlepelen, noch schenken. Een ontvankelijk hart is de enige vereiste want als de kop vol is loopt de thee over. Vol van zichzelf hoort men niet, ziet men niet.
Door inzicht raakt men meer en meer onthecht .
Het Pad zelf is de Leraar… want er wordt zolang en zoveel voor je voeten geworpen tot je los kan laten. En raak je meer en meer onthecht dan wordt het oppervlak van je zielevijver rustig en helder. Hoe transparanter de binnenwereld wordt zo ook de buitenwereld, alles wordt doorzien en herkend; de strijd wordt opgeheven en Liefde zegeviert.
Het feest van de Geboorte van het Licht luidt het sterven in van de naar zichzelf gerichte mens.
Hebben we dit ooit begrepen dat we goddelijke wezens zijn, dat we reeds eeuwen hieraan voorbijgegaan zijn en slechts een illusie najagen?
Kerstmis doet ons weer herinneren aan het Licht en plant het Verlangen in ons hart.
Moge dan de warme gloed van Liefde je hart verwarmen zodat de roos kan bloeien tot heil van velen…
(M)Cirkelpunt
———
Terug