Het Tao heeft niet lief zoals mensen liefhebben
15-04-2016 00:00Het Tao heeft niet lief zoals mensen; het ziet alles als strohonden.
Ook de wijze heeft niet lief zoals de mensen; ook hij ziet mensen als strohonden.
Het Tao is als een blaasbalg: leeg en toch nooit uitgeput.
Hoe meer het beweegt, hoe meer er zich manifesteert.
Te veel woorden zijn alleen maar vermoeiend. Het is beter je te beheersen.
Tao Te Ching, hoofdstuk 5
(In een oud Chinees ritueel worden strohonden aan de goden geofferd na ze eerst met opperste eerbied te hebben behandeld.)
De woorden: ‘Het Tao heeft niet lief op de manier van de mensen’ is misschien voor veel mensen een schok. Als die woorden waar zijn gooien ze hoogstwaarschijnlijk iemands hele wereldbeeld en visie op het leven ondersteboven, en dat is inderdaad precies wat de Tao Te Ching bedoelt. Als we begrijpen wat Lao Tze werkelijk duidelijk wilde te maken, dan zal er niets overblijven van onze vertrouwde uitgangspunten, want het slaat het hele paradigma aan diggelen dat de mensheid al eeuwenlang koestert en van generatie op generatie doorgeeft.
We weten allemaal wat liefde is; op de een of andere manier hebben we allemaal wel liefde ervaren. Als we even de lagere aspecten en manifestaties van liefde buiten beschouwing laten, dan blijft er nog altijd de liefde over die we voelen voor onze levenspartner, voor onze kinderen, voor onze familie, of misschien voor een groep, een natie of een ras. We hebben onze vrienden waar we liefde voor voelen. We voelen die liefde misschien ook wel voor de hele mensheid, en dat kan maken dat we ons willen inzetten voor de minder rijk bedeelden, of voor het verbeteren van levensstandaard in het algemeen, of voor misschien nog wel een ander goed doel.
De mensheid zou niet kunnen bestaan zonder deze aspiraties en uitdrukkingen van de liefhebbende mens. Uitingen van liefde zijn het enige dat het gewone dualistische leven zelfs nog een sprankje waarde geeft. Als zulke uitingen van liefde niet mogelijk waren zou het leven ophouden. Het zou ondraaglijk worden. Hoe verder ontwikkeld iemands karakter, hoe meer schoonheid hij om zich heen verspreidt in de vorm van liefde en liefdevol gedrag. Er is geen sterveling op Aarde die geen liefde heeft gekend in de een of andere vorm. De wereldliteratuur staat vol van de bewijzen hiervan. Liefde maakt dat de wereld doordraait.
Maar bekijk het eens zo: Als we zeggen ‘liefde maakt dat de wereld doordraait’, dan zeggen we in feite ook: ‘liefde is wat deze ongoddelijke wereld in stand houdt’.
Maar dat zou, gezien de hoeveelheid pijn en lijden in deze wereld, toch afschuwelijk zijn? Is het werkelijk liefde, de diepste essentie van ons wezen, dat dit universum des doods in stand houdt? Zegt de Bijbel niet juist “God is liefde”? Misschien moeten we accepteren dat onze manier van liefhebben beperkt is en onvolkomen, maar dat neemt niet weg dat het nog altijd een overblijfsel is van de oorspronkelijke goddelijke liefde. En zal het niet langzaam maar zeker verbeteren als we de Weg gaan?
Nee, zegt het Tao: Het Tao heeft niet lief zoals mensen. Wanhopig kijken we elkaar aan en vragen ons af: ‘Maar wat doen we dan verkeerd?’ Die vraag is door de eeuwen heen steeds opnieuw gesteld, en nog steeds vragen wij ons af: ‘Waar gaan we dan in de fout?’ Zou onze liefde seksloos moeten zijn, of zo? Moeten we meer universeel leren liefhebben, of ons liefhebben op nog een andere manier verder ontwikkelen?
Nee, zegt het Tao: Het Tao heeft niet lief zoals mensen. En als we dat horen storten al onze concepten over het leven en de wereld in elkaar, en misschien zijn we wel even flink in de war.
Wat moeten we dan doen? Niets! De essentie van ons wezen is zoals het is, en we kunnen niets anders doen dan daarop reageren volgens onze psychologische inhoud en achtergrond. Elke poging om onze aangeboren psychologische processen te blokkeren zou ons alleen maar psychotischer maken. Voor ons als ongoddelijke entiteit geldt: hoe normaler ons gedrag wat dit betreft, hoe gezonder we zullen zijn. Maar dat doet niets af aan het feit dat het Tao niet liefheeft zoals mensen!
Dus er blijft maar één conclusie over, en die is dat als de Bijbel spreekt over liefde, en zegt “God is liefde”, het heel iets anders moet betekenen dan wat we denken dat het betekent. Goddelijke liefde is niet superuniverseel, of seksloos of iets dergelijks. Het is iets totaal anders. Laten we dat eens proberen duidelijk te maken.
In het tweede hoofdstuk van de Tao Te Ching wordt gezegd dat schoonheid altijd lelijkheid voortbrengt. De aanwezigheid van lelijkheid is het bewijs dat de schoonheid in deze wereld een illusie is, en dat werkelijke Schoonheid niet niet te vinden is. Net zo kunnen we zeggen dat liefde zoals we die kennen, haat voortbrengt. Haat is het bewijs dat liefde een onbekende kwaliteit is die in werkelijkheid hier in deze wereld niet te vinden is. Onze concepten ervan zijn zelfbedrog, illusies.
De Bijbel zegt ons dat liefde alles overwint, liefde bevrijdt, liefde is de grootste kracht in de wereld. Dit idee is als thema gekozen in talloze romans. Talloze mensen, families en groepen hebben de woorden ‘liefde boven alles’ tot hun motto gemaakt, en brengen het in hun leven in praktijk. Deze manifestatie van liefde is in de loop van de tijd enorm gegroeid in omvang, en ook enorm ontwikkeld en georganiseerd. De kracht en de energie die daarmee vrijgemaakt wordt zou niet alleen de hele wereld al lang geleden moeten hebben bevrijd, maar haar zelfs naar het niveau van de goddelijke hemel hebben verheven! Want niemand zal toch willen toegeven dat de liefde zoals we die kennen een leugen is, een misleiding?
Maar menselijke liefde heeft de wereld niet bevrijd, en dat zal ook nooit gebeuren. In de wereld van tegenstellingen brengt schoonheid lelijkheid naar boven, het goede brengt kwaad boven, en liefde brengt haat. Menselijke liefde en haat zijn als rook en vuur. Aardse uitdrukkingen van liefde zijn pogingen van het ego zichzelf te handhaven. Het zijn pogingen van het lagere zelf om zijn eigen staat van zijn te verheerlijken. Dat is waarom ze tegenstellingen oproepen. Waar rook is, is vuur!
Er bestaan tegenwoordig vele New Age-groepen en centra waar mensen bij elkaar komen om in stilte liefdevolle gedachten en energieën uit te zenden om bijvoorbeeld de mensheid te verheffen; maar ook om haar te beschermen tegen kwade invloeden, om oorlogen te stoppen, om een tijdperk van vrede in te luiden, en zelfs om de komende en noodzakelijke omwenteling te omzeilen. In werkelijkheid brengen deze groepen echter helemaal geen vrede teweeg. Ze blussen de vuren van onwetendheid niet, en ze zullen de wonden van de mensheid dus nooit kunnen helen. Integendeel, want als je begrijpt wat er esoterisch gezien gebeurt, dan horen ze in feite juist bij de brandhaarden van oorlog. Ze wekken en propageren haat door de antithesen van het ‘goede’ en het kwade, en ze voeden de aeons met hun motieven die het gevolg zijn van misleiding en persoonlijke wil, niet goddelijke Wil. Dergelijke activiteiten zijn analoog aan zwarte magie, want niet-verlichte mensen willen - meestal met de beste bedoelingen - ingrijpen in de zaken van anderen en van de wereld. Zulke verlangens leiden alleen maar tot nog meer karma en verwarring, want mensen - gevallen microcosmossen - zijn helemaal niet in staat Liefde te scheppen en naar de wereld te zenden; alleen het Tao kan dat!
Als wij werkelijk een tussenpersoon voor Liefde willen zijn in deze wereld, dan zullen we daarom onszelf in verbinding met het Tao dat niet van deze wereld is moeten brengen. Dit is het enige en allesoverheersende Doel van iedere gevallen microcosmos op Aarde, en het is ook de reden dat geen enkele verlichte Leraar ooit dergelijke praktijken, die tegenwoordig in de New Age beweging overal ter wereld plaats vinden, aan gewone mensen zal opdragen.
* * *
Als mensen zich liefdevol naar ons toe gedragen zijn we blij. Als ze ons met haat benaderen zullen we op onze hoede zijn. Het gevallen bestaan beweegt zich tussen die twee extremen. Liefde en haat houden elkaar in leven. Als jij beweert: ‘Maar ik haat nooit iemand. Haat ken ik eigenlijk niet’, dan moeten we je toch zeggen dat je wel degelijk haat kent. Je zou niet zonder kunnen. Menselijke liefde bestaat in een heel scala van gradaties, allemaal met hun eigen vibratie; en haat ook. De mens heeft nu eenmaal zijn sympathieën en zijn antipathieën. Antipathie is spontane afkeer, een vorm van haat. Het is het tegenovergestelde van sympathie, en daarom is het ook het tegenovergestelde van de emotie van persoonlijke liefde. We kunnen zien dat we dagelijks boosheid ervaren, of dat we we op een geïrriteerde manier reageren vanwege gevoelens van verontwaardiging of een vermeend onrecht. We hebben allemaal onze onverschillige en onze lichtgeraakte kanten, want dit zijn nou eenmaal de antithesen van menselijke liefde.
Als we het geheel van ons gedrag bekijken zullen we zien dat niets menselijks ons vreemd is. Haat kan zich in heftig vlammende bewoordingen laten zien, maar het kan ook de vorm aannemen van een zachtjes smeulend vuur. En zelfs al zijn we in deze gevallen wereld in staat om de heftigste vlammen in toom te houden, het gloeiende houtskool zullen we nooit kunnen doven. Zo lang liefde in dualiteit bestaat zal haat haar tweelingbroertje zijn. Hier is geen ontkomen aan. Ieder die persoonlijke liefde cultiveert, cultiveert ook haat: dat is de wet van elke dualistische wereld. Haat is een vorm van zelfbescherming in het universum des doods, net zo essentieel en ik-gericht als menselijke liefde.
Het evenwicht tussen haat en liefde is in dualiteit voortdurend in beweging en kan nooit tot stilstand gebracht worden. Het ene moment zijn we de beminnelijkheid zelf, het andere laten we precies het tegenovergestelde zien. Kijk maar om je heen, dan zul je deze heen en weer gaande beweging zelf kunnen zien. Het is een verbazingwekkend maar onontkoombaar aspect van de menselijke aard. Wat een arme stakkers zijn we ook eigenlijk, verteerd als we worden door liefde en haat, en in de dualiteit voortdurend heen en weer slingerend tussen alle paren van tegenstellingen. Deze twee machtige vuren zijn de hel waar wij in gegooid zijn. Onze liefde en haat voeden om de beurt ieder in al hun verschijningsvormen voortdurend het vuur van de hel. Kun je nu begrijpen dat het Tao hier geen deel aan heeft?
We kunnen ons geen Tao voorstellen dat een voorkeur heeft voor haat, maar net zo goed kunnen we ons ook geen Tao voorstellen dat een voorkeur heeft voor liefde. Het Tao heeft ons Lief, maar niet overeenkomstig met onze dualistische interpretatie van het woord. Het Tao heeft niet lief op de manier van de mensen, en het ziet alle zulke percepties als strohonden, die in het oude China werden gebruikt om te offeren. De wijze die deel uitmaakt van het Tao heeft dus net zo min lief op de manier van de mensen; ook hij ziet de mensen als strohonden, als diermensen.
Wat bedoelt de Bijbel dan met “God is liefde”? Als we daar iets van willen begrijpen moeten we onszelf eerst bevrijden van al onze ideeën over liefde. We moeten ze compleet stukslaan, net zoals we alle andere ideeën in ons pantheon van overtuigingen en meningen stuk moeten slaan.
Er heerst in de goddelijke Manifestatie een zeker ritme dat zelfs in het allerkleinste atoom aanwezig is. Deze staat van zijn kent geen antithesen, het werpt geen schaduwen, en het brengt steeds zichzelf voort. Goed is daar niet het tegenovergestelde van kwaad, en evenmin is mooi daar het tegenovergestelde van lelijk, of realiteit het tegenovergestelde van illusie. Het Tao heeft geen Liefde, het straalt ook geen liefde uit - het is Liefde! Met andere woorden: Goddelijke liefde is niet iets dat benaderd kan worden als een doel, wat de mensen uit de New Age beweging doen om zichzelf en de hele wereld van afgescheidenheid en pijn te redden. Liefde doet geen enkele moeite en kent geen enkel conflict. Het is alleen maar zichzelf. Dat is waarom zijn kracht zo grenzeloos is en vergeleken kan worden met een blaasbalg. Als je met een blaasbalg ritmisch pompt wekt dat een enorme kracht op. Op dezelfde manier genereert het Tao met zijn ritme een enorme Kracht. En niets wat met dat ritme botst zal daar ooit één mee kunnen zijn, en dat geldt dus voor alles uit de dualiteit.
Nu we dit weten begrijpen we beter dan ooit dat het universum des doods fundamenteel onverbeterlijk is, en zullen we besluiten zo min mogelijk energie te verspillen aan zulke zinloze en vaak zelfs schadelijke aktiviteiten als waar vele mensen in de New-Agebeweging bij betrokken zijn. We zullen niet redetwisten met mensen die dit niet begrijpen. We zullen de wereld laten voor wat die is. We zullen ons in volledige zelfbeheersing en in werkelijke dienstbaarheid aan de Christus en het Goddelijke Plan van Verlossing richten op alleen maar datgene wat in staat is het goddelijk ritme van het Tao in zich op te nemen en wat van dezelfde aard is, te beginnen met de goddelijke vonk in onszelf en in anderen. Want dat is de enige ingang die leidt naar het Koninkrijk dat niet van deze wereld is.
BRON: GNOSTISCHE COMMENTAREN OP DE TAO TE TJING/ THENEWCALL
———
Terug