De drie Poorten van Wijsheid
16-09-2013 00:00De drie Poorten van de Wijsheid
Een koning had als enig kind een jonge, dappere, edelmoedige en intelligente zoon.
Om de vorming van de Prins met betrekking tot het Leven te vervolmaken, stuurde de koning hem naar een Oude Wijze.
- ‘’Verlicht en verklaar mij de Weg van het Leven’’, verzocht de Prins.
- ‘’Mijn woorden zullen vervagen, zoals de sporen van je voetstappen in het zand’’, antwoordde de Wijze.
‘’Toch wil ik je wel enkele aanwijzingen geven.
Op je weg zul je drie poorten tegenkomen.
Lees het voorschrift dat boven elke poort staat geschreven.
Een onweerstaanbare drang zal ervoor zorgen dat je ze zult opvolgen.
Tracht niet om je ervan af te wenden, want dan zou je veroordeeld worden om onophoudelijk dat te herbeleven wat je zou hebben proberen te ontvluchten.
Meer kan ik je er niet over zeggen.
Je moet dat allemaal in je vlees en je bloed ondervinden.
Ga nu. Volg die weg, recht voor je.’’
De Oude Wijze verdween en de Prins sloeg de Weg van het Leven in.
Al spoedig bevond hij zich voor een grote poort, waarop men kon lezen:
‘’Verander de Wereld.’’
‘’Dat was nou net wat ik van plan was’’, dacht de Prins, ‘’want sommige dingen bevallen me in deze wereld, maar andere staan me niet aan.’’
En hij begon aan zijn eerste strijd.
Zijn idealisme, zijn vuur en zijn kracht dreven hem ertoe zich tegenover de wereld te stellen, te ondernemen, te veroveren, de werkelijkheid te kneden naar zijn wensen.
Hij vond er het plezier en de dronkenschap van de overwinnaar, maar geen zielsrust.
Hij slaagde erin om sommige dingen te veranderen, maar veel andere dingen boden hem weerstand.
Heel wat jaren gingen voorbij.
Op een dag kwam hij de Oude Wijze tegen die hem vroeg:
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’
- ‘’Ik heb geleerd,’’ antwoordde de Prins,
‘’om te onderscheiden wat er in mijn macht ligt en wat er buiten mijn bereik ligt, wat er van mijzelf afhangt en wat er niet van mij afhangt.’’
- ‘’Dat is wel gezegd’’, zei de Oude Man.
‘’Gebruik je krachten voor dingen die binnen je bereik liggen.
Houd je niet hardnekkig vast aan dingen waar je geen vat op hebt.’’
En hij verdween. Kort daarna kwam de Prins voor een tweede Poort aan.
Daarop kon men lezen :
‘’Verander de Anderen’’
‘’Dat was nou net wat ik van plan was’’, dacht de Prins.
‘’De anderen kunnen een bron van vreugde, plezier en genoegen zijn, maar ook van pijn, verbittering en frustratie.’’
En hij verzette zich tegen alles wat hem kon storen of ergeren van zijns gelijken.
Hij trachtte hun karakter om te buigen en hun gebreken uit te roeien.
Dat was zijn tweede strijd.
Heel wat jaren gingen voorbij.
Op een dag, terwijl hij aan het peinzen was over de nutteloosheid van zijn pogingen om de anderen te willen veranderen, kruiste zijn pad weer dat van de Oude Wijze, die hem vroeg:
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’
- ‘’Ik heb geleerd,’’ antwoordde de Prins, ‘’dat de handelingen van de anderen niet de oorzaak zijn van mijn vreugde en mijn verdriet, van mijn voldoening en mijn teleurstellingen.
Zij zijn slechts de aanleiding ertoe of de onthullers ervan.
Al die dingen wortelen in mijzelf.’’
- ‘’Je hebt gelijk,’’ zei de Wijze.
‘‘Wat in jou ontwaakt als je bij anderen bent, dat onthult iets over jezelf.
Wees erkentelijk tegenover hen in wiens gezelschap je jezelf voelt trillen van vreugde of plezier.
Wees het ook terwijl in hun aanwezigheid frustratie of lijden opduikt, want daar doorheen toont het Leven je waar je staat en de weg die je nog af te leggen hebt.’’
En de Oude Man verdween.
Kort daarna, kwam de Prins voor een Poort aan waarop deze woorden afgebeeld stonden:
‘’Verander Jezelf’’
‘’Als ikzélf de bron van mijn problemen ben, dan is dat precies wat me overblijft om
te doen,’’ zei hij tegen zichzelf.
En hij ondernam zijn derde strijd. Hij probeerde zijn karakter om te buigen, zijn onvolmaaktheden te bestrijden, zijn gebreken uit de weg te ruimen, kortom alles in hem te veranderen dat hem niet beviel of dat niet overeenkwam met zijn ideaalbeeld.
Na heel wat jaren van deze strijd waarin hij enkele successen kende maar ook talrijke teleurstellingen, ontmoette de Prins de Wijze die hem vroeg:
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’
- ‘’Ik heb geleerd,’’ antwoordde de Prins, ‘’dat er in ons dingen zijn die je kunt verbeteren en andere die ons weerstaan en waarvan het je niet lukt om ze teniet te doen.’’
- ‘’Dat is wel gezegd,’’ zei de Wijze
- ‘’Ja,’’ vervolgde de Prins, ‘’maar ik begin moe te worden om te strijden, tegen alles, tegen allen, tegen mezelf. Houdt dat dan nooit op? Wanneer zal ik eens rust vinden?
Ik heb behoefte om de strijd te staken, om op te geven, om los te laten.
- ‘’Dat is precies je volgende leerproces,’’ zei de Oude Wijze.
‘’Maar keer je om voordat je verder gaat, en beschouw de afgelegde weg.’’
En hij verdween.
Terwijl de Prins naar achteren keek, zag hij in de verte de derde poort en werd hij gewaar dat er op de achterkant een inscriptie stond die zei :
‘’Accepteer Jezelf’’
De Prins verbaasde zich dat hij die inscriptie helemaal niet gezien had,terwijl hij de poort de eerste keer doorging, in de tegengestelde richting.
‘’Als men strijdt, wordt men blind,’’ zei hij tegen zichzelf
Hij zag ook, op de grond, verspreid om hem heen, alles wat hij in zichzelf verworpen en bestrijd had: zijn gebreken, zijn schaduwen, zijn angsten, zijn beperkingen, al zijn oude demonen. Hij leerde toen om ze te erkennen, om ze te accepteren, om van ze te houden. Hij leerde om van zichzelf te houden zonder zichzelf te vergelijken, te veroordelen, af te keuren.
Hij ontmoette de Oude Wijze die hem vroeg:
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’
- ‘’Ik heb geleerd,’’ antwoordde de Prins, ‘’dat wanneer ik een hekel heb aan een deel van mezelf of wanneer ik een deel van mezelf afwijs, dat ik mezelf er dan toe veroordeel om nooit in harmonie met mezelf te komen. Ik heb geleerd om mezelf volledig en onvoorwaardelijk te accepteren.’’
- ‘’Dat is goed,’’ zei de Oude Man,
‘’dat is de eerste Wijsheid. Nu kun je de derde poort weer doorgaan.‘’
Nauwelijks was hij aan de andere kant aangekomen, of hij zag in de verte de achterkant van de tweede poort en hij las daarop:
‘’Accepteer de Anderen’’
Rondom hem heen herkende hij de personen die met wie hij in zijn leven om was gegaan. Degenen waar hij van had gehouden en degenen waar hij een hekel aan had gehad. Degenen die hij gesteund had en degenen die hij bestreden had.
Maar tot zijn grote verrassing was hij nu niet meer in staat om hun onvolkomenheden te zien, hun gebreken, die hem vroeger zo geërgerd hadden en waartegen hij gevochten had.
Toen kwam hij de Oude Wijze tegen.
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’ vroeg deze laatste.
- ‘’Ik heb geleerd,’’ antwoordde de Prins, ‘’dat ik, toen ik in harmonie met mezelf was, de anderen niks meer te verwijten had, dat ik niks meer van ze te vrezen had.
Ik heb geleerd om de anderen volledig en onvoorwaardelijk te accepteren en volledig en onvoorwaardelijk van ze te houden.’’
- ‘’Dat is wel gezegd,’’ zei de Oude Wijze,
‘’dat is de tweede Wijsheid. Nu kun je de tweede poort weer doorgaan.‘’
Toen hij aan de andere kant was aangekomen, zag de Prins de achterkant van de eerste poort en hij las daarop:
‘’Accepteer de Wereld’’
‘’Vreemd,’’ zei hij bij zichzelf, ‘’dat ik die inscriptie de eerste keer niet gezien heb.
Hij keek om zich heen en herkende die wereld die hij getracht had te veroveren, om te vormen, te veranderen. Hij werd getroffen door de pracht en de schoonheid van elk ding. Door hun Perfectie. Toch was het dezelfde wereld als vroeger. Was het de wereld die veranderd was of zijn blik ?
Hij kwam de Oude Wijze tegen die hem vroeg:
- ‘’Wat heb je geleerd op je weg?’’
- ‘’Ik heb geleerd,’’ zei de Prins,
‘’dat de wereld de spiegel is van mijn ziel. Dat mijn ziel de wereld niet ziet, zij ziet zichzelf in de wereld. Wanneer ze opgewekt is, lijkt de wereld haar vrolijk. Wanneer ze bedrukt is, lijkt de wereld haar triest. De wereld zelf is noch triest noch vrolijk. Hij is er gewoon, hij bestaat, dat is alles. Het was niet de wereld die me dwarszat, maar de opvatting die ik erover had.
Ik heb geleerd om hem te accepteren zonder hem te veroordelen, totaal en onvoorwaardelijk.
- ‘’Dat is de derde Wijsheid,’’ zei de Oude Man.
‘’Daar sta je dan nu, in harmonie met jezelf, met de anderen en met de wereld.’’
Een diep gevoel van vrede, van rust, van volledigheid kwam over de Prins.
De stilte vervulde hem.
- ‘’Je bent nu klaar om de laatste drempel over te gaan,’’ zei de Oude Wijze,
‘’de drempel van de Stilte van de Volledigheid naar de Volledigheid van de Stilte.’’
En de oude man verdween.
Charles Brulhart, januari 2004
Bron: www.metafora.ch
———
Terug