De pelgrim
Als alles is gezegd wat zegbaar is
gedaan wat doenbaar
vestigt zich in ons
de stilte en roerloosheid
de eenvoud en de diepte.
Het woud ligt achter ons,
de boog van de woestijn gaat op,
de zon verschroeit ons vuur,
de blik keert zich naar binnen
en in ons weet het weten:
verbrand zijn alle schepen
de ware tocht begonnen.
O vreemd ervaren
de wereld viel van ons af
in ons is nu de wereld
die leegte is
en wij zijn nergens meer en overal
een louter weten van het weten
een puur bewustzijn
zonder ding en zonder grens.
Zo werden pelgrims wij
van innerlijke kim tot innerlijke kim
van spiegelbeeld tot spiegelbeeld
langs steeds verengende signalen
naar dat ultieme punt dat eeuwig wijkt.
Hier stolt de taal.
Alleen de pelgrim
kan de weg ervaren.
Erik Van Ruysbeek uit het boek: Zangen van Ongrond.