Nieuwsbrief Marcel Messing december 2018
Een apocalyptische tijd
Steeds vaker hoor je mensen zeggen dat het erop lijkt dat we in een ‘apocalyptische tijd’ leven, alsof ‘het einde van de wereld’ nadert. In feite loopt een grote cyclus ten einde.
Wie onze huidige wereld waarneemt ziet dat alles ‘op zijn kop’ wordt gezet. De natuurlijke goddelijke orde wordt overal omgekeerd. Universele waarden die de mens tot menselijkheid aansporen worden vertrapt. Er is sprake van een soort eindstrijd, waarbij donkere krachten de mensheid in een complete chaos willen storten om zodoende definitief een duivelse wereldorde te kunnen vestigen.
Hele landen zijn in beroering of voeren oorlog. Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen doen de aarde trillen, vuur en water zijn bezig met een grote schoonmaak, het klimaat is op hol geslagen, miljoenen vluchtelingen zijn op drift, de mondialisering brengt catastrofale gevolgen teweeg, zoals een snel groeiende kloof tussen arm en rijk. Men leze het pas verschenen boek van Ad Broere ‘Geld in de Bijrol. Op weg naar een menswaardige samenleving’, waarin niet alleen de funeste rol van de bankenwereld en het geld in het algemeen wordt beschreven, maar waarin ook naar oplossingen wordt gezocht. Mogelijke nieuwe bankencrises dreigen en de EU staat voor de grootste uitdagingen sinds haar oprichting (Brexit, spanningen rondom Italië, Frankrijk, Spanje, Roemenië, de opvolging van Juncker…).
Hongersnoden en nieuwe ziektes breken hele landen op. Arrogante en zieke wereldleiders lijken steeds meer aan te sturen op een grote oorlog. De zwaarden van de vroegere Caesars zijn vervangen door atoombommen en vele uiterst geheime wapens, onbekend bij het grote publiek, nimmer vermeld in parlementaire debatten. Oorlogsbudgetten stijgen zorgwekkend, terwijl ondertussen handelsoorlogen, mediaoorlogen en godsdienstoorlogen, cyberoorlogen miljoenen mensen tegen elkaar opzetten.
Terrorisme en afrekeningen tussen bendes jagen talloze mensen angst aan. Drugs verdoven de geest van honderden miljoenen.
Een openlijke strijd om de wereldmacht en de ruimte is zichtbaar geworden. Talloze stakingen en manifestaties leggen hele landen plat. Woede en wraak razen door de wereld, verbijstering nestelt zich alom. Big brother controleert al bijna de hele planeet en richt haar ijzige Medussa-ogen ook op andere planeten.
De robotisering van de wereld voltrekt zich sneller en sneller. Perverse wetenschappers werken hard aan de ‘transhumanisering’ van de mens. De cyborg, een kruising tussen mens en machine, dient volgens hen de komende jaren zijn vervulling te krijgen. Er is een grootschalige oorlog tegen de ziel van de mens aan de gang, een oorlog tegen de liefde, tegen het licht, tegen de waarheid.
De Waterman
Ons zonnestelsel staat sinds enkele jaren in het teken van Aquarius, de Waterman, ‘De man met de kruik’, waar ik de afgelopen jaren herhaaldelijk over gesproken en geschreven heb.
Talloze religieuze groepen bereiden zich voor op de ‘Wederkomst van Christus’, niet beseffend dat de militaire technologie al enige tijd in staat is om via holografie onder andere beelden van Boeddha, Jezus, Mohammed op het hemeldoek te projecteren, zodat het net lijkt of ze vanuit de hemel op aarde neerdalen. Zo is er in het geheim al jaren gewerkt aan een project om de ‘Wederkomst van Christus’ na te bootsten, overeenkomstig exoterische religieuze opvattingen. De ‘Evangelicals’ bijvoorbeeld, die de feitelijke macht achter de Trump-regering vormen, trachten zelfs deze ‘wederkomst’ te bespoedigen via het scheppen van grote conflicten. Omdat Christus volgens nogal wat exoterische leringen in de eindtijd vanuit Jeruzalem over de wereld zal regeren, heeft Amerika al haar ambassade van Tel Aviv naar (west) Jeruzalem verplaatst, in de hoop dat vele landen (zoals onlangs nog Australië) dit voorbeeld zullen volgen en straks Jerusalem als ongedeelde hoofdstad van Groot-Israël zullen erkennen.
Na Rome zou dan Jeruzalem aan de macht komen! In de Protocollen van de machtselite wordt hiernaar verwezen (o.a. Protocol 17.5) ‘De wederkomst op de wolken’ echter, zoals genoemd in Mattheus 24:30 en Marcus 13:26, heeft primair te maken met het verscheuren van de ‘wolken van onwetendheid’, waardoor tallozen al zo lange tijd in duisternis leven, tot ‘levende doden’ zijn geworden, niet meer ontvankelijk zijn voor de sterke kosmische lichtenergie, ook wel Christusenergie genoemd.
Deze Christusenergie raakt in onze tijd overal op buitengewoon krachtige wijze de aarde en breekt al het oude op en open, ondanks de overal in de lucht verspreide chemtrails die niet alleen de mens en andere levende wezens ziek maken, maar ook dit binnenkomende licht trachten tegen te houden.
De werking van deze lichtenergie zal echter hoe dan ook leiden tot het ‘einde van de (oude) wereld’, waardoor de herschepping van een ‘nieuwe wereld’ kan plaatsvinden. Niemand kent echter de precieze tijd of uur van de laatste fase van deze grote omwenteling. Deze ‘herschepping’ heeft betrekking op het aanbreken van een nieuw tijdperk, een nieuwe cyclus.
Steeds weer worden er nieuwe kansen geboden om via de naaf van het draaiende levenswiel tot bevrijding te komen, van tijdperk tot tijdperk. De ‘Wederkomst van Christus’ heeft niets te maken met de komst van de Maitreya, al enkele decennia geleden aangekondigd door Schotse kunstschilder en de 33e graad vrijmetselaar Benjamin Creme. Volgens Creme is Maitreya de Christus al enige tijd met de ‘opgevaren meesters’ op aarde aanwezig is.
Het Vissentijdperk. Alfa en Omega
Tijdens de komst van Jezus de Christus in het Vissentijdperk werden door hem en zijn leerlingen ‘visnetten’ uitgeworpen, symboliek voor het ‘vissen’ naar zielen die rijp waren voor verlossing. In de catacomben van de eerste christenen was het symbool van de ‘twee vissen’, het ‘teken van de Vader: rust en beweging’.
Verbonden met het Vissenteken, werden de leerlingen ‘vissers’ werden genoemd. Jezus, wiens eigenlijke naam Jeshua was, werd door ingewijde gnostische christenen ICHTUS genoemd, Grieks voor Vis en tevens een afkorting voor Iesous Chreistos Theou Uios Soter Stauros, te vertalen als: ‘Jezus, Christos, God, Zoon, Verlosser, Kruis. Ieder mensenkind kan sinds zijn komst op aarde ontsnappen aan de donkere krachten van de archonten en weer een ‘kind van God’ worden, tot bevrijding komen. Wat echter nodig is, is kennis van het hart (gnosis) en het werkelijk gaan van het innerlijk pad.
Door het voorbeeld van de grote leraar Jeshua de Christus werd de innerlijke weg volledig aan de mensheid getoond, reeds in de antieke mysteriën aan ingewijden bekend gemaakt via symbolen, archetypen en mysteriespelen. Sinds de historische verschijning van Jeshua, voorzegd door vele profeten, is het echter voor ieder mens ‘van goede wil’ mogelijk geworden het pad van bevrijding te gaan. ‘Het voorhangsel van de tempel’, dat de ingewijden scheidde van de niet ingewijden werd door Jeshua uiteengescheurd (Mattheus 27:51). En dit onder het teken van het kruis (Stauros). Reeds Plato sprak over het ‘wereldkruis’, dat zich in vier windrichtingen uitstrekt. Het ‘voorhangsel van de tempel’ dat uiteenscheurt betekent dat het tijdperk van de oude inwijdingen definitief voorbij is, dat er een einde is gekomen aan de verborgen kennis, die slechts aan een beperkt aantal rijp geachte leerlingen werd doorgegeven.
Het kruisoffer van Jeshua symboliseert vooral het ‘omhoog brengen’ van heel de in de stof gevallen schepping sinds de ‘val van de wachters’ en ‘de val van de mens’. Het woord offer komt van het Latijn ob-fero, dat ‘omhoog brengen’ betekent. In de geboorte, het leven en de dood van Jeshua wordt het inwijdingsmysteriespel volledig geopenbaard voor hen ‘die oren hebben om te horen en ogen om te zien’. In de ogen van de oude ingewijden was dit een verraad der mysteriën, waar zelfs de doodstraf op stond. Vanuit historisch standpunt gezien speelde zich een perfect samenvallen van de historische Jeshua en de vervulling der profetieën af. De Christusgeest als Alfa en Omega is de begeleidende en allesdoordringende licht- en liefdekracht die de mensheid op velerlei wijzen begeleidt in de diverse perioden (aeonen) van een grote cyclus, speciaal in de tijd van de ‘eindcyclus’, een zware tijd voor alle schepselen, een tijd waarin de wereld in pijn en ‘barensweeën’ verkeert.
‘De ring van niet verder’ en het visnet
Bij de leerlingen van Jeshua die bekend waren met de gnosis, was het bekend dat als het ‘lentepunt’ van de zon overgaat naar het Watermanteken, de tijd van grote omwentelingen, van grote beroeringen aanbreekt. Het lentepunt is dat punt op de ecliptica dat pal achter de zon staat als deze in het voorjaar de evenaar passeert. Dit punt beweegt zich achterwaarts door de dierenriem met een snelheid van ongeveer 2160 jaar per teken. Omstreeks het jaar nul bewoog het lentepunt zich van Ram naar Vissen en werd de Christus aangekondigd als ‘het Lam Gods’ dat zichtbaar werd in het teken Vissen. Vele leraren vóór het Vissentijdperk werden ‘goede herders’ genoemd, hoeders van de planeet, bevrijders, verlossers.
Sinds de ‘val van de wachters’ (engelen) plaatsvond, werd er door de archonten, onder leiding van de hoofdarchont Jaldabaoth, de ‘jaloerse’, die beschreven is in o.a. Het Geheime Boek van Johannes (Nag Hammadigeschriften II.1), ‘de ring van niet verder’ over ons zonnestelsel gespannen. Deze ‘ring van niet verder’ heeft zich met zijn duistere energie verweven met de 12 dierenriemtekens. De 12 apostelen rondom de dertiende (de Christus) symboliseren onder meer lichtpoorten binnen ons zonnestelsel, met als ‘naaf’ de Christusenergie. Het is door de kracht en het geheimenis van de ‘dertiende’, de Christusenergie, dat al het oude wordt opengebroken en opgebroken, om plaats te maken voor de nieuwe cyclus. Als deze periode aanbreekt wordt dit gebeuren de ‘Wederkomst van Christus op de wolken’ genoemd, door het institutionele christendom helaas niet begrepen. De katharen in Zuid-Frankrijk (Ariège), die het innerlijk pad van de Christus gingen, hadden in de 13e eeuw hier nog volledige kennis van. Zij wisten dat zeven eeuwen na de bloedige uitroeiing van hun gemeenschappen (althans in de stof) door de Rooms katholieke kerk, de definitieve opbraak van alles in de wereld zou beginnen en de kracht van de gnosis, het ‘levend water’ uit ‘de kruik van de Waterman’, tallozen die er rijp voor waren zou kunnen aanraken.
Tijdens het verblijf van Jeshua de Christus op onze planeet, werd over heel de aarde een voor de meeste mensen onzichtbaar lichtveld voorbereid. Een ‘visnet’ (lichtnet) werd over vier punten van de aarde getrokken, een ‘visnet’ dat in onze ‘apocalyptische tijd’ wordt ‘opgetrokken’ en tot zeer grote beroering en opbraak leidt. Apocalyps is Grieks voor ‘ontsluiering’. Alles wordt in onze tijd ontsluierd. Alles wordt in het daglicht getild. Mondiaal, per land, in families, individueel. Karmische processen komen in een soort superversnelling.
In de Pistis Sophia, toegeschreven aan de gnosticus Valentinus, is het vooral Maria Magdalena die een centrale rol speelt bij het doorgeven van de toen nog geldende kennis (gnosis), hoe de ziel terug kan keren naar en in het Licht, hoe de ziel kan ontsnappen aan de duistere krachten der archonten.
In het Watermantijdperk is het werkelijk willen gaan van het pad en het leiden van een aan het Licht en de Liefde toegewijd leven, dé manier om herboren te worden in het ongeboren Licht. In zekere zin een gemakkelijker pad dan in de tijd van de oude elitaire inwijdingen. Een pad ook van de beoefening van de deugden en de uitzuivering van de lichaamstempel.
Radicale scheiding van energievelden
Als het tijdperk van de Waterman is aangebroken, wordt de radicale scheiding van energievelden op aarde in gang gezet, gesymboliseerd door ‘de scheiding van schapen en bokken’, een term uit de oude mysteriën. ‘Het koren wordt van het kaf gescheiden’. Het is aan onszelf waar we nu staan, hoe de balans zal uitslaan.
Het is aan onszelf of we behoren tot de ‘wijze maagden’ of de ‘dwaze maagden’. De ‘wijze maagden’, zijn de zielen die over voldoende ‘olie’ (spirituele energie, bewustzijn) in hun ‘lamp’ (het lichaam) beschikken. De ‘dwaze maagden’ zijn de zielen die lange tijd slapend door het leven gingen, geleid door hun eindeloze verlangens. Plotseling moeten ze in grote schrik vaststellen dat de ‘eindtijd’ is aangebroken, de ‘eindcyclus’, onderdeel van een zeer grote cyclus. Het ‘hora est’ klinkt dan overal luid. Nú is het de tijd! De ‘Bruidegom’ (het Licht) nadert de ‘bruid’ (de ziel).
De schitterende tijd ook om in de duistere nacht van de wereld definitief te ontsnappen aan het ronddraaiende rad van geboorte en dood. Die tijd is nú aangebroken’, de tijd om juist in deze wereldnacht tot een ‘tweede geboorte’ te komen, de geboorte uit ‘water’ (gnosis) en vuur (de onmetelijke Geest, Bewustzijn).
Jeshua de Christus toonde de mensheid de innerlijke weg, reikte de mens gnosis aan, zoals de Boeddha de dharma onderrichtte, de vier edele waarheden en het achtvoudige pad..
Het is niet zo vreemd dat juist in deze grote overgangstijd velen het bestaan van Jeshua ontkennen, zijn historiciteit, zijn werk. ‘Velen zullen mijn naam niet meer durven noemen’, zei de Christus zelf al. Sommigen spreken over Jeshua als een ‘intrusie’ (een ‘invoeging’ of ‘insluiping’), een mythe, een sprookje, een psychologische projectie, niet eens wetende dat er duizenden geschriften over zijn leven en leringen zijn en dat vele geschiedschrijvers op directe of indirecte wijze over zijn historisch bestaan of over het leven van de eerste christenen hebben geschreven. Zelfs de Talmoed spreekt over de historische Jeshua, zij het met grote afkeer vanwege het conflict dat tussen de macht van het Sanhedrin en Jeshua ontstond, omdat Jeshua alles op zijn kop zette door de liefde, het mededogen en de barmhartigheid tegenover de Wet te plaatsen. Ook de Koran spreekt uitdrukkelijk over Jezus en Miriam (Maria), al zal menig christen een andere visie over de betekenis van Jeshua hebben dan de Koran hem toedicht.
Verder zijn er alleen al van het Nieuwe Testament zo’n 5.664 gedeeltelijke of complete manuscripten in origineel Grieks geschreven en over de 9.000 vertalingen in het Latijn, Syrisch, Koptisch, Arabisch en andere talen. Er zijn Koptische, Nestoriaanse, Indiase en Tibetaanse bronnen. De woestijnvaders en woestijnmoeders en de vroege kerkvaders gebruikten duizenden citaten van en in relatie tot Jeshua. De bekende Joodse geschiedschrijver Josephus Flavius noemt uitdrukkelijk Jacobus, de broer van Jeshua, hoewel bepaalde teksten in zijn werk die openlijk over Jezus spreken, later worden bestreden en als ‘invoegingen’ worden gezien. Zeker, er zijn ook vervalsingen binnengeslopen in bepaalde teksten om de macht van het geïnstitutionaliseerde christendom te versterken en de mens gevangen te houden in onwetendheid. Talloze papyrusteksten (o.a. de Bodmer Papyri) bevatten teksten van de apostelen. De Dode Zeerollen (Essenen) en de Nag Hammadigeschriften hebben de ogen van miljoenen geopend, waaronder het prachtige Evangelie van Thomas (reeds bekend in het vroege christendom en bij de katharen).
Daarnaast zijn er tientallen apocriefen (verborgen teksten), zoals de Briefwisseling tussen Jezus en koning Abgar V, vorst van het staatje Osrhoën (nabij de Eufraat). Talloos zijn de bewijzen van het historische bestaan van Jezus. In het Oude Testament waren het de grote profeten die met grote nauwkeurigheid zijn komst hebben aangekondigd. In het Evangelie van Johannes lezen we: ‘Er zijn nog vele andere dingen die Jezus gedaan heeft. Als dit allemaal tot in onderdelen was opgeschreven, zou de wereld wellicht te klein zijn voor de boeken die dan zouden moeten worden geschreven.’ (Joh. 21:25)
Verblijf in een Tibetaans klooster
Tijdens een van mijn reizen door India en een verblijf van een maand van Marijke en mij in een Tibetaans klooster, waar we onder andere lessen kregen van enkele lama’s, mocht ik bevestigd krijgen dat Jeshua een tijd in India verbleef, o.a. in een boeddhistisch klooster en in Benares, waar 600 voor Christus de Boeddha de dharma begon te prediken. Zo vinden we nog op een stadspoort van de Oud-Indiase stad Tuttyopore Sikri, gebouwd door een Mongools keizer, de woorden: Isha [Jezus] over wie vrede zij, heeft gezegd: ‘Deze wereld is slechts een brug. Ga er over heen. Maar bouw er niet uw huis op.’ (Blz. 55 Evangelie van Thomas)
Het getuigt helaas van weinig inzicht als men Jeshua zomaar terzijde schuift of uit de context van de overgeleverde gnosis haalt. Immers, juist in deze tijd heeft – voor hen die het kunnen verstaan – de Christusenergie en het Christusgebeuren een uiterst diepe betekenis. In de drie delen over ‘De Parabels van Jezus’ en in o.a. Het Evangelie van Thomas (samen met Erik van Ruysbeek), die tezamen meer dan 1000 pagina’s bevatten, heb ik getracht een en ander toe te lichten over Jeshua en zijn leringen, in relatie tot de gnosis. Juist in deze tijd dienen zij die het pad van de innerlijke Christos willen gaan zich wellicht te hoeden voor ‘valse leraren en profeten’ die de betekenis van de historische Jezus de Christus, zijn leringen en energetische werkzaamheid trachten te relativeren of te ontkennen. Geen Boeddhist of Hindoe die het innerlijk pad volgt zal de historiciteit van de Boeddha of Heer Krishna durven te ontkennen of relativeren. Zeker, het pad voltrekt zich in zelfautoriteit.
Maar grote dankbaarheid rijst in mijn ziel op dat er zulke prachtige leraren zijn geweest, waarvan de lichtende energie tot op de dag van vandaag (en morgen) ons stoffelijk universum doordringt. W ij dienen talloze ‘kleren’ uit te trekken, ‘de jungle van opinies’ (Boeddha) achter ons te laten.
Nu het weer bijna Kerstmis is, herdenken we de komst van Jeshua die verenigd werd met het universele ongeboren Licht, de Christus. Kerstmis betekent eigenlijk: Christus missus est, ‘de Christus is [naar de aarde] gezonden’, een betekenis die overeenkomt met het Sanskrietwoord avatara, dat ‘nederdaling’ of ‘afdaling’ betekent, zoals beschreven in de Bhagavad Gita, waarin Krishna een centrale rol speelt in relatie tot Arjuna en de mens paden van bevrijding worden onderricht.
Graag wens ik jullie, mede namens Marijke, een sfeervolle innerlijke kerst toe, in het besef, zoals de mysticus Angelus Silesius al in de 17e eeuw formuleerde:
‘Al was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren,
maar niet in het eigen hart,
dan waart gij nog verloren.’
Marcel Messing
Tot slot: helaas zal het ons dit jaar niet mogelijk zijn om Kerst- en Nieuwjaarspost te beantwoorden. Dit vooral omdat er hard gewerkt wordt aan een nieuwe publicatie. Uiteraard zijn we dankbaar en blij met de liefdevolle kaarten en brieven die we ontvangen.